Jaren geleden, toen ik werkzaam was in de gevangenis bij de financiële administratie, hadden wij jaarlijks met collega’s een teamdag. Daarvoor was een keer attractiepark De Efteling uitgekozen. Ik vind dat heel leuk met al die prachtige sprookjes: Het land van Laaf, Droomvlucht, het Sprookjesbos. Maar er zijn ook een aantal attracties waar ik toen al niet zo gecharmeerd van was, zoals de stalen achtbaan De Python, de houten achtbaan Pegasus, de overdekte achtbaan Vogel Rok, het vervloekte huis Villa Volta.

 

Een fantastische verrassing die dag was voor ons wel, dat de broer van Inge in de Efteling werkte als manager bij al deze akelige attracties. Hij kon ons deze attracties ook achter de schermen kon laten zien. Bovendien mochten wij in alle attracties zonder in de wachtrij te hoeven staan. Dat was een hele leuke eer!

 

Maar voor mij dus eigenlijk niet. Normaal gesproken sta ik al zwevend van angst naar de attracties te kijken, laat staan dat ik er vrijwillig zelf inga. Toch heb ik het nu ècht gedaan, ik ging in alle enge dingen. Ik word gelukkig nooit ziek, ik heb geen hoogtevrees, maar ik ben gewoon erg bang. Wel heb ik gegild of mijn leven er vanaf hing, zo erg dat onze collega Harrie zei dat hij niet wist dat ik zo hard kon gillen.

Laatst deed men bij Galileo, een wetenschappelijk programma gepresenteerd door Luuk Ikink, een onderzoek naar het thrillseekersgen. Ze lieten een man zien, die vrijwillig in een hele hoge kraan, wel 30 meter of hoger, klom om gezellig daar naar beneden te kijken. En er was een reporter die ook deze klim maakte, maar hij was bang. Hij heeft het halverwege opgegeven en klauterde terug naar beneden. Na deze klimacties werd van beide mannen het bloed wetenschappelijk getest, om het thrillseekersgen vast te stellen. Uiteindelijk bleek de Dappere man dat gen ook niet te hebben. Heel vreemd, maar goed de reporter heeft het niet en ik heb het zeker niet. Dit weet ik zo wel en ik hoef het dus niet door de wetenschap vast te laten stellen.

 

Ik vind het zelfs eng om met mijn elektrische rolstoel zelfstandig naar buiten te gaan. Wil ik bijvoorbeeld een boodschapje halen bij de Jumbo, dan bedenkt mijn hoofd van alles. Oh nee, Klaasje gaat mee naar buiten en zij kan niet terug in de tuin en oh jee, dat is een probleem. En als ik wel zonder Klaasje naar buiten zou kunnen, dan zijn er allerlei ongelijke wegen op weg naar de Jumbo en moet ik een hele drukke weg oversteken. Dat vind ik eng! Mocht ik het toch redden tot aan de Jumbo, dan ben ik erg blij. Als iets niet zou lukken, dan zou ik aan iedereen hulp kunnen vragen, dat is geen probleem en de terugweg is misschien ook geen probleem, behalve de drukke weg dan. Maar dan kom ik thuis en dan moet ik de sleutel in het sleutelgat zien te krijgen. Dat lukt nooit en… als het dan wel lukt en Klaasje rent naar buiten kan ik haar ook niet vangen, pffffff.

 

Kortom, allerlei beren op de weg. Misschien zijn deze beren niet realistisch, maar voor mij zijn ze er wel! En als ik hier over nadenk krijg ik al stress.

 

Misschien durf ik het ooit nog wel eens…

 

Geef een antwoord

Je email adres wordt niet gepubliceerd. Required fields are marked *

Post comment

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.